Fries museum | Leeuwarden

In de binnenstad van Leeuwarden opende Koningin Máxima in 2013 het nieuwe Fries Museum. Aanleiding voor de nieuwbouw was het legaat van de in 2011 overleden architect Abe Bonnema. Hij schonk 18 miljoen euro aan het Fries Museum voor nieuwbouw op of aan het Zaailand. Zoals Bonnema het wilde, verzorgde Bierman Henket architecten in samenwerking met Bonnema architecten het ontwerp van het museum met 3200 vierkante meter tentoonstellingsruimte. Jakob Bosma was bij deze omgangrijke opdracht betrokken als ontwerper.

Het Zaailand (ook wel Wilhelminaplein) kreeg na een referendum een volledige make-over: het museum werd aan de korte zijde gebouwd, aan een lange zijde kwamen woningen en winkels en de parkeergarage onder het plein werd uitgebreid en vernieuwd. Het plein heeft daardoor een meer menselijke maat gekregen, dat is ook in het gebruik goed terug te zien. Waar het plein voorheen nauwelijks werd gebruikt en belopen, is het nu een zeer levendig stuk van de stad.

Het Fries Museum bestaat aan de pleinzijde voor het grootste deel uit glas. Achter dat glas leiden de trappen naar de tentoonstellingsetages. Onderweg hebben bezoekers een prachtig uitzicht op het plein en de rest van de stad. De andere zijden zijn grotendeels uitgevoerd in zwart natuursteen.

Omdat het museum twee entrees heeft en een toegang naar de parkeergarage heeft, nodigt het optimaal uit om een kijkje te komen nemen. In het hele museum of alleen in de centrale hal voor een snelle kennismaking. Het gebouw huisvest naast een museum ook een filmhuis, een café en een museumwinkel.

Het Fries Museum won in 2015 met 40,1% van de stemmen de Museumprijs. Saskia Bak, toenmalig directeur van het Fries Museum: “We zijn ongelooflijk blij en grutsk! We voelen ons heel vereerd dat zoveel Friezen op ons gestemd hebben. Sommige mensen hebben zelfs hun hele familie- en vriendenkring opgeroepen, echt fantastisch dat het museum zo gedragen wordt. De prijs zetten we natuurlijk in voor de Friese cultuur, in een bijzonder project gaan we de Friezen actief betrekken bij hun eigen geschiedenis.”