Restauratie en verbouw Mr. P.J. Troelstraweg
De woning aan de Mr. P.J. Troelstraweg is een gemeentelijk monument. Gebouwd in 1939 en ontworpen door rijksbouwmeester J.J. Vegter als woonhuis en huisartsenpraktijk. De opdrachtgever, huisarts R.A. Hoekstra heeft het tot 1970 bewoond. Bijzonder aan het pand is dat het in de periode 1970-1982 als ambtswoning voor de Commissaris van de Koningin mr. H. Rijpstra diende. Het onderging daarvoor een verbouwing, waarbij een speciale ruimte is ingericht voor leden van het Koninklijk Huis; de Koninginnekamer.
Stedenbouwkundig staat het pand aan het begin van de Mr. P.J. Troelstraweg waar de Spanjaardslaan een knik maakt naar het noorden.
De woning is vrij massief gebouwd in een traditionalistische stijl, als het ware een state, verwant aan de Delftse school. Het geheel van interieur, exterieur, de aangebouwde garage en de tuinmuur vallen onder de bescherming. In de hal en het centrale trappenhuis is nog een bijzonder gebrandschilderd glas-in-loodraam aanwezig, gemaakt door glazenier Joep Nicolas.
In 2020 is het pand aan de Mr. P.J. Troelstraweg 1 door de opdrachtgever aangekocht, met aan ons de vraag het pand te verduurzamen, te verbouwen en te restaureren.
Uitgangspunt: transformeer het pand naar een aantrekkelijk en open woonhuis in de stad, en zorg voor een goede ruimtelijke verbinding met de tuin. Het pand bezit namelijk een verborgen, volwassen tuin met grote monumentale bomen.
De woning is vrij massief gebouwd met dikke binnenmuren en had een sterk verkavelde woonplattegrond. De rechthoekige plattegrond van 12 bij 17 meter was door diverse verbouwingen, met name aan de tuinzijde, erg diffuus, ruimtelijk niet verbonden en functioneerde daarmee niet logisch meer.
De uitbouwen (keuken, woonkamer) die in de jaren 70 gerealiseerd zijn, bezaten een indifferente monumentenwaarde.
“Met waardering voor en inzicht in de architectonische oplossingen is het gemeentelijk monument verbouwd zonder concessie te doen aan kwaliteit.”
Voor de opgave diende het interieur grotendeels bewaard te blijven en geïntegreerd te worden in het nieuwe ontwerp. Omdat het een ontwerp betreft uit het oeuvre van rijksbouwmeester J.J. Vegter is ook architectenbureau Vegter geïnformeerd over de voorgenomen transformatie en architectonische wijzigingen.
Proces opdrachtgever – opdrachtnemer
De opdrachtgever en opdrachtnemer hebben vanaf start tot aan oplevering het belang van het project goed doorgrond. Niet alleen als nieuw woonhuis maar ook als gemeentelijk monument met historisch belang. Met name door als team te werken met een duidelijke gezamenlijke visie en ruimtelijk plan voor de verduurzaming, restauratie en verbouw is het spel tussen opdrachtnemer en opdrachtgever zeer goed verlopen met uiteindelijk een goed resultaat. Daarnaast heeft de opdrachtgever in het proces vanaf de uitvoering ook een duidelijke regie gehad in de esthetische oplossingen en toe te passen materialen, opdrachtgever en opdrachtnemer hebben als gelijkwaardige partners opgetreden.
Met waardering voor en inzicht in de architectonische oplossingen is het gemeentelijk monument verbouwd zonder concessie te doen aan kwaliteit.
Architectonische uitgangspunten
De Mr. P.J. Troelstraweg heeft van 1939 meerdere verbouwingen ondergaan.
Voor de gehele planvorming was het behoud en verduurzaming van het gemeentelijk monument van groot belang. Hoe kun je bestaande kwaliteiten, zoals vloerafwerkingen, haarden en lambriseringen behouden en bestaande structuren inzetten voor een architectonisch ruimtelijk concept. Waarin de vraag van de opdrachtgever: ontwerp een open ruimtelijk en modern woonhuis met behoud van de monumentale kwaliteiten, centraal staat. Vooral het uitgangspunt van een open woonhuis stond in contrast met het gesloten, massieve bouwblok.
Uiteindelijk hebben we ervoor gekozen, ondanks het relatief grote aanwezige woonoppervlak, extra woonoppervlak toe te voegen aan de plattegrond. Hierdoor ontstond de mogelijkheid om de verkavelde plattegrond, grotendeels te behouden maar ook om een goede open en ruimtelijke verbinding te maken met de tuin en de ruimtes onderling. Architectonisch is er stevig ingezet op contrast tussen oud- en nieuwbouw.De nieuwbouw is maximaal transparant, dit is mogelijk door de private ommuurde tuin. De nieuwbouw is naast transparant ook licht met als het ware een zwevend dak. Ter plaatse van de overgang tussen nieuwbouw en oudbouw is een vlakke lichtstraat toegepast om licht in het hart van de woning te krijgen maar vooral ook de oude gevel ervaarbaar te maken. Op de begane grond is een stuk geveldeel blijven staan. Transparantie en doorzichten zijn van belang geweest om het gesloten, donkere karakter van het pand te minimaliseren. Met name door het inzetten op ruimtelijke relaties onderling en doorzichten is er luchtigheid aan de woonplattegrond toegevoegd.
Verduurzamingsmaatregelen hebben de architectonische uitstraling van het pand zo weinig mogelijk beïnvloed. Zo is er in alle ramen vacuüm beglazing toegepast, zodat het bestaande raamhout kon worden behouden. De bestaande houten vloeren zijn gehandhaafd waaronder bodemisolatie is toegepast en er zijn geen voorzetwanden geplaatst, maar de spouwmuur is na-geisoleerd.
De betekenis is wat ons betreft evident: Het behoud van een gemeentelijk monument en het creëren van een aantrekkelijk, duurzaam en uitnodigend stads-woonhuis.